Maatschappij

Is de politiek er voor iedereen?

Onlangs deden Ruşen Koç en zijn collega’s1 onderzoek naar de politieke ervaringen van Nederlanders met een migratieachtergrond. Hun rapport, getiteld ‘Is de politiek er voor iedereen?’, werd aan het begin van dit jaar gepubliceerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau. In dit artikel biedt Ruşen Koç de lezers van Daliel een uitgebreide samenvatting van het onderzoek.

Onze democratie functioneert optimaal als iedereen kan participeren, gehoord en vertegenwoordigd wordt en dit ook zo ervaart. Maar wanneer wij kijken naar de ervaringen van Nederlanders en politici met een migratieachtergrond, zien we dat deze groepen zich lang niet altijd vertegenwoordigd of gehoord voelen. Er zijn weinig mensen in de politiek die op hen lijken, maar misschien nog minder die hen begrijpen. Waarom voelen zij zich niet vertegenwoordigd? En wat doet dit met de politieke betrokkenheid van deze Nederlanders? Daarover ging het onderzoek ‘Is de politiek ervoor iedereen?’.

Het doel van ons onderzoek was om te begrijpen hoe Nederlanders met een migratieachtergrond denken over de politiek. Ons onderzoek bestond uit drie fasen. In de eerste fase stelden wij vast dat tweedegeneratie Nederlanders met een migratieachtergrond zich minder vertegenwoordigd voelen dan de eerste generatie. Dit komt eigenlijk omdat zij beter begrijpen wanneer zij anders worden behandeld of wanneer zij benadeeld worden ten opzichte van andere Nederlanders. De tweede generatie is zich niet alleen bewust van de benadeling waar ze mee te maken hebben, maar verzet zich ook actief tegen het idee dat zij zich misschien maar moeten invechten. Zij vinden dat hun positie niet ter discussie gesteld kan worden binnen de maatschappij en politiek. Dit bewustzijn is een van de oorzaken waardoor zij zich niet vertegenwoordigd voelen.

In het tweede deel van het onderzoek gingen we in gesprek met verschillende groepen Nederlanders, waaronder Nederlanders met een Turkse, Marokkaanse, Caribische, Surinaamse en Syrische migratieachtergrond, zowel met als zonder ervaring in de politiek. In die gesprekken stelden we vast dat al deze groepen, behalve de Syrische groep (vanuit een vluchtelingenachtergrond ervaren zij de Nederlandse politiek ook anders), problemen ervaren met hun politieke vertegenwoordiging. Bij een deel van de mensen zorgt dit ervoor dat ze juist gemotiveerd raken om de politiek in te gaan, terwijl een ander deel juist aangeeft geen nut te zien in politiek participatie en daarom bijvoorbeeld ook niet stemt. Ook stelden we vast dat men het belangrijk vindt dat er mensen zijn die op hen lijken in de politiek, maar dat het nog belangrijker is dat die mensen dezelfde ervaringen hebben als zij en dat ook uitdragen. Dat iemand dezelfde huidskleur, religieuze of culturele achtergrond heeft wilt namelijk niet zeggen dat deze mensen per definitie goede vertegenwoordigers zijn van deze groep.

De respondenten gaven hiermee aan goed te begrijpen dat de gebrekkige representatie niet altijd de schuld is van de gekleurde politici zelf en dat de politieke partijen of het huidige politieke bestel niet in het voordeel werkt van hun vertegenwoordigers.   

Verder gaven ze ook aan dat er meer ruimte moet worden gemaakt binnen de huidige politiek en de politieke partijen voor de ervaringen en behoeftes van Nederlanders met een migratieachtergrond. De respondenten gaven hiermee aan goed te begrijpen dat de gebrekkige representatie niet altijd de schuld is van de gekleurde politici zelf en dat de politieke partijen of het huidige politieke bestel niet in het voordeel werkt van hun vertegenwoordigers.   

Om te onderzoeken hoe politici met een migratieachtergrond zelf kijken naar hun positie als volksvertegenwoordigers, gingen we in de derde fase van ons onderzoek met hen in gesprek. We spraken met mensen binnen partijen als GroenLinks, D66, VVD maar ook NIDA, DENK en Bij1. Uit die gesprekken bleek dat deze politici veelal twee soorten wegen bewandelen om de belangen van hun achterban te vertegenwoordigen.

Een van die strategieën is om onderdeel te worden van de huidige politiek om die ‘van binnenuit’ te veranderen. Deze groep politici vindt het belangrijk om de weg vrij te maken voor volgende generaties en een positie te verkrijgen van waaruit ze veranderingen kunnen doorvoeren. Deze groep ontkent niet dat het soms lastig is om binnen gevestigde partijen te werken en hun achterban te vertegenwoordigen, maar ze geven aan dat er ergens een begin moet worden gemaakt. Ook geloven ze vaak ook dat de eigen aanwezigheid van belang is om de aanwezigheid van andere Nederlanders met eenzelfde achtergrond te normaliseren.

Wel geven deze politici aan dat dat niet altijd wil lukken. Ze moeten vaak uitleggen wat ze bedoelen, worden vaak niet geloofd en de cultuur binnen de partijen staat vaak zo vast dat ze het moeilijk vinden de partij te veranderen. Ook geven ze aan dat communicatie intern begripvoller is dan hoe de partij zich naar buiten toe profileert; in het specifiek wanneer de media of camera’s een rol spelen. 

De tweede generatie is zich niet alleen bewust van de benadeling waar ze mee te maken hebben, maar verzet zich ook actief tegen het idee dat zij zich misschien maar moeten invechten. Zij vinden dat hun positie niet ter discussie gesteld kan worden binnen de maatschappij en politiek.

De tweede strategie die we vonden is dat politici ervoor kiezen eigen organisaties op te zetten of zich aan te sluiten bij partijen als DENK, NIDA en Bij1, om zo een eigen (tegen)geluid te verkondigen. Deze groep voelt zich niet vertegenwoordigd door de mainstream partijen en vindt dat van politiek links tot rechts, alle partijen niet in staat zijn de belangen van Nederlanders met een migratieachtergrond te vertolken. Bij deze mensen gaat het vaak meer om het organiseren en verenigen van gelijkgezinden binnen de eigen gemeenschap en om het eigen geluid zonder compromissen te kunnen vertellen. Zij pleiten voor bewustwording aan beide kanten, zowel in de bredere maatschappij als binnen hun eigen groep. Ze geven echter ook aan dat ze niet dezelfde aandacht of behandeling krijgen als de mainstream partijen en dat ze daardoor vaak een langere weg moeten afleggen als partij of collectief, bijvoorbeeld omdat ze minder media-aandacht krijgen.

Dat iemand dezelfde huidskleur, religieuze of culturele achtergrond heeft wilt namelijk niet zeggen dat deze mensen per definitie goede vertegenwoordigers zijn van deze groep.

Voor al deze mensen geldt dat ze vaak gemotiveerd raken door persoonlijke negatieve ervaringen met racisme of discriminatie, en dat ze dit werk vaak verrichten met aanzienlijke gevolgen voor hun lichamelijke en mentale gezondheid. Respondenten geven aan dat ze veel hebben moeten opofferen om hun eigen groep te kunnen vertegenwoordigen. De druk is vaak hoog, de voldoening laag en de financiële situatie is (vooral voor de behandelaars van de tweede strategie) onzeker.

Al met al kunnen we concluderen dat de democratische participatie van Nederlanders met een migratieachtergrond onder druk staat. Men voelt zich niet vertegenwoordigd omdat er te weinig mensen in de politiek zijn die op hen lijken en er nog minder ruimte is voor hun zorgen en verhalen. Dit resulteert in een aanzienlijk deel van de Nederlanders met een migratieachtergrond dat zich afzijdig houdt van de politiek, terwijl een ander deel juist actiever wordt. Deze activiteit wordt echter niet altijd beloond en vraagt veel van deze individuen. In een volgend artikel zal ik mijn persoonlijke inzichten delen over wat ik denk dat dit betekent voor Nederlanders met een migratieachtergrond.

 

Het volledige onderzoek: Is de politiek er voor iedereen?

Een onderzoek naar ervaren representatie, institutioneel vertrouwen en politieke participatie bij personen met een migratieachtergrond.

Lees het volledige onderzoek op de website van het Sociaal en Cultureel Planbureau

Voetnoten
  1. Jaco Dagevos, Floris Vermeulen, Jurjen Iedema, Nella Geurts en Niels Spierings ↗️

Hidden
Hidden
Hidden
Vond je dit artikel nuttig?
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Ruşen Koç (geb 1996) is zelfstandig onderzoeker en mede oprichter van the Creative Muslim Club. Hij heeft een MA in Governance of Migration and Diversity aan de Universiteit Leiden. Als zelfstandig onderzoeker heeft hij geschreven voor het Sociaal Cultureel Planbureau en werkt hij aan academische publicaties met betrekking tot migratie, kansengelijkheid en politieke participatie van minderheden.

To top

Middels cookies kunnen wij onze diensten verbeteren. Accepteer ons cookie-beleid en help ons vooruit! Meer informatie