Ik weet nog dat ik als 18-jarige student een discussie had met een van mijn shoeyoekh over de toelaatbaarheid van een bepaald kledingstuk voor dames (spijkerbroek). Ik hield een strikt standpunt aan, wat weinig realistisch was, en verdedigde dit ook stellig!
De sheikh probeerde mij op andere gedachten te brengen, maar het had weinig zin. Uiteindelijk gaf de sheikh het op en zei hij: “Wacht maar, over 20 jaar zal je er wel anders over denken!”
Ik weet nog dat ik reageerde met: “Ik zal mijn mening over deze kwestie nooit bijstellen!” Tot overmaat van ramp voegde ik zelfs toe: “Ik vind juist dat u buitengewoon gemakkelijk doet over deze zaak.”
De sheikh glimlachte slechts hoofdschuddend en zei daar niets op terug (zeg nou zelf: wat kan je zeggen in zo’n geval…?)
Recentelijk werd ik herinnerd aan deze gebeurtenis toen ik een reactie las waarin iemand heel stellig een bepaald fiqh-standpunt verdedigde. Het standpunt dat hij verdedigde was niet alleen bijzonder zwak, maar hij maakte de andere persoon ook belachelijk, zelfs tot schelden aan toe!
Bij het lezen van de reactie vroeg ik mezelf af:
– Hoeveel boeken zal deze persoon gelezen hebben over dit onderwerp?
– Hoeveel lezingen heeft hij erover geluisterd?
– Hoeveel weken, maanden of jaren heeft hij zich verdiept in dit onderwerp?
– Hoeveel verschillende opinies en visies kent hij inmiddels – inclusief de verschillende argumenten, bewijsvoeringen en tegenwerpingen – waardoor hij zich zo stellig durft uit te drukken?
Of ligt de werkelijkheid anders… en bezit deze persoon minimale kennis over het onderwerp en heeft hij – net als ik destijds – slechts een vertaalde fatwa gelezen op het internet en klampt hij zich hieraan vast als een drenkeling aan een reddingsboei?
Ik vraag me oprecht af wat het standpunt van de schrijver van de reactie over 5, 10 of 20 jaar zal zijn? Zal het onveranderd zijn of zal hij, net als ik, zijn standpunt hebben bijgesteld?
Ik zeg altijd: zeg nooit “nooit”, zolang het niet gaat om fundamenten (oesoel), zaken van overeenstemming, vaststaande zaken (qat’iyyaat) enzovoort. Uit eigen ervaring kan ik je meegeven dat je over misschien 15 jaar heel anders zult denken en oordelen over tientallen kwesties. Dit is overigens niets waarvoor je je hoeft te schamen of te verdedigen, mits je je hebt gehouden aan de juiste islamitische etiketten en gedragsnormen.
Het is namelijk welbekend binnen de islamitische traditie dat vele geleerden hun standpunten hebben bijgesteld in vele kwesties.
Sommige geleerden zijn zelfs meermaals veranderd van wetsschool!
Een van de meest bekende voorbeelden is misschien wel imaam ash-Shaafi’ie en zijn nieuwe inzichten, nadat hij van Irak naar Egypte was verhuisd. In de Shafi’ie wetschool wordt er zelfs gesproken over de oude en de nieuwe wetschool van ash-Shaafi’ie, oftewel de Iraakse en de Egyptische.
Imaam Maalik onderwees aanvankelijk dat het wrijven tussen de tenen niet voorgeschreven is tijdens de kleine wassing. Hij stelde dit standpunt bij toen een van zijn studenten hem de overlevering hieromtrent verhaalde.
Er wordt toegeschreven aan imaam Ahmad dat hij zijn standpunt aangaande salaat at-Tasaabieh’ heeft bijgesteld, zoals imaam ibn H’adjar vermeld in zijn boek al-Amaaliey.
Ibn Taymiyyah wordt toegeschreven dat hij zijn standpunt over de duur van het vegen over de leren sokken, in moeilijke situaties, heeft bijgesteld.
Imaam as-San’aanie heeft zelfs een schrijfwerk geschreven over het feit dat de geïnnoveerde scheiding (at-Talaaq al-bid’ieyy) niet rechtsgeldig was. Hierna onthield hij zich een tijdje van een oordeel (at-tawaqqof). Hierna raakte hij van mening dat de scheiding wel
rechtsgeldig was. Na een tijdje raakte hij weer overtuigd van zijn eerste mening, namelijk dat de scheiding niet rechtsgeldig was, en verdedigde hij deze uitspraak wederom!
Sheikh ibn ‘Othaymien heeft uitgelegd dat hij gedurende zijn imamschap te ‘Oenayzah van mening was dat de zitting ter rust in het gebed (djalsat al-istiraah’ah) te allen tijde was voorgeschreven. Toen hij later de woorden van imaam Ibn al-Qayyim in Zaad al-Ma’aad las, veranderde hij van standpunt en werd hij van mening dat de zitting enkel voorgeschreven is als een persoon deze nodig heeft wegens vermoeidheid, ouderdom e.d.
Ook veranderde sheikh ibn ‘Oethaymien van mening aangaande het oordeel over het verrichten van twee raka’aat bij het betreden van de moskee (tah’iyyat al-masdjid): eerst was hij van mening dat dit verplicht was, waarna hij zijn mening bijstelde naar de aanbevelenswaardigheid.
Sheikh al-Albaanie staat bekend om zijn vele gewijzigde standpunten aangaande zijn oordelen over overleveringen (ah’adieth). Er zijn zelfs complete boekwerken geschreven met daarin zijn veranderde standpunten.
Dit voorgaande is overigens niet voorbehouden aan sheikh al-Albaanie: sheikh Shoe’ayb al-Arnaoet heeft soortgelijke ervaringen. Zo veranderde hij bijvoorbeeld van mening over de authenticiteit van de overlevering: “Ik ben voor de komst van het Uur gestuurd met het zwaard.” Bij het nakijken van Zaad al-Ma’aad oordeelde hij dat de keten van de overlevering h’asan (goed) was. Toen hij jaren later de Mosnad van imaam Ah’mad van oordelen voorzag, verklaarde hij de overlevering zwak.
Toen sheikh al-Qardaawie hierover werd gevraagd zei hij: “Bij het nakijken van al-Mosnad was de sheikh verder in de kennis. Bovendien werkte hij niet in zijn eentje aan dit project maar werkten vijf andere geleerden met hem mee. Het is dus ook meteen een gemeenschappelijke prestatie die een bepaalde (hoge) waarde heeft.”
En zo kunnen er veel meer voorbeelden genoemd worden van geleerden die hun standpunten hebben bijgesteld nadat hun onderzoek hen op andere inzichten heeft gebracht. Deze nieuwe inzichten werden overigens nooit gezien als minpunt, noch werden deze tegen hen gebruikt. Het werd in tegendeel juist gezien als een teken van oprechtheid, vroomheid groei en objectiviteit.
Kortom als onze edele geleerden en klassieke imaams, ondanks de aanwezige diepgaande kennis ten tijde van het doen van uitspraken, naderhand alsnog van standpunt veranderden inzake vele kwesties… wat dan te zeggen over een persoon die op zijn best een beginner is in de kennis; geen tot weinig onderzoek heeft verricht naar een kwestie; hier zelfs de instrumenten en vaardigheden niet voor bezit, en slechts één of twee vertaalde fataawaa heeft gelezen die afkomstig zijn van een bepaalde school of stroming?!!
Zou een dergelijke persoon niet juist een slag om de arm dienen te nemen – of zelfs tien slagen – bij het (publiekelijk) uiten en verdedigen van bepaalde standpunten en uitspraken?
Om te voorkomen dat je jezelf in een lastige positie werkt, zowel in het wereldse leven als in het hiernamaals, door je uitspraken en optredens wil ik graag afsluiten met de volgende adviezen:
Wees niet zo stellig in je uitspraken als het gaat om zaken waar geen overeenstemming over bestaat. Maak een onderscheid tussen zaken waar erkende meningsverschillen over bestaan en kwesties waarbij dat niet het geval is.
Zaken van de fundamenten, zijn niet als vertakkingen met meerdere visies. Nieuw opgetreden zaken en kwesties, zijn ook niet als zaken waar de geleerden zich al eeuwen over buigen en eenduidige uitspraken over doen.
Onthoud dat zoals jij je mening kunt bijstellen over wetenschappelijke punten, jij ook je mening kunt bijstellen over gebeurtenissen,
personen, initiatieven enzovoort. Ook daar is terughoudendheid geboden.
Wees terughoudend in je woorden op het moment dat je niet meerdere boeken, hoofdstukken, artikelen, bewijsvoeringen e.d. hebt gelezen in een kwestie.
Denk als beginner twee keer na over het publiekelijk uitdragen en verdedigen van je standpunten.
Lees je een ander standpunt en heb jij je vraagtekens bij iets? Stel verhelderende vragen in plaats van dat jij de aanval inzet of je afkeur laat blijken.
Haal nooit uit naar een persoon die een andere mening aanhangt dan jij, laat staan dat je hem beledigt. Wellicht is de andere uitspraak theologisch gezien zelfs sterker dan de jouwe, bestaan er meer bewijzen voor en is die uitspraak veel breder gedragen onder de geleerden van vroeger en nu.
Moge Allah ons laten behoren tot de mensen die Zijn Pad volgen in kennis alsook in handelingen.