Toen Allah de Verhevene Adam schiep, eerde Hij hem. Allah leerde hem de namen van alle zaken en gaf hem een vooraanstaande positie. Toen Iblies (satan) dit zag en zich minder voelde dan Adam ‘alayhi as-salaam voelde hij afgunst naar hem. Hij was namelijk een gevaar voor zijn positie. Althans, zo zag hij dat. Allah gaf de engelen het bevel om te knielen voor Adam, uit eer voor hem. Alle engelen knielden voor Adam. Djibriel, Israafiel en Miekaa`iel, allemaal vooraanstaande engelen, knielden voor de vader van de mensheid. Behalve Iblies. Hij weigerde te knielen voor een schepsel dat, volgens hem, lager in rang staat dan hijzelf. Immers, Adam is uit klei geschapen en Iblies uit vuur. Allah zegt hierover:
“En voorzeker, Wij hebben jullie geschapen en vervolgens hebben Wij jullie vorm gegeven. Daarna zeiden Wij tegen de Engelen: ‘Knielt neer voor Adam.’ En zij knielden neer behalve Iblies, hij behoorde niet tot de neerknielenden. Hij (Allah) zei: ‘Wat hield jou tegen om neer te knielen, toen Ik het jou beval?’ Hij zei: ‘Ik ben beter dan hij, U heeft mij uit vuur geschapen en U heeft hem uit klei geschapen.’” 1
Deze zonde van Iblies maakte hem ongelovig en als gevolg werd hij verbannen uit de barmhartigheid van Allah. Het was zijn afgunst jegens Adam die hem bewoog om te weigeren het bevel van Allah op te volgen. Afgunst, in het Arabisch ‘al-hasad’, is dus de eerste zonde waarmee is gezondigd. Laten we daarom een diepere blik werpen op al-hasad.
De zonde van al-hasad
Om te beginnen is het goed om al-hasad te definiëren. Al-Hasad is een gevoel waarbij de haasid, de persoon die hasad heeft, wenst dat een gunst, voorziening of prestatie van iemand weggenomen wordt en deze aan hem of haar wordt toebedeeld. Ook spreken we van hasad als de haasid het niet per se zelf wilt krijgen, zolang het maar weggenomen wordt van de mahsoed, de persoon die benijd wordt. Sterker nog, deze laatste vorm is de ergste vorm van hasad.2
De Profeet, sallallaahu ‘alayhi wa sallam, heeft in meerdere overleveringen bekendgemaakt dat het hebben van al-hasad naar anderen verboden is. Zo is er overgeleverd:
“Pas op voor al-hasad, want het vernietigt de goede daden zoals vuur hout vernietigt.”3
En in een andere overlevering staat:
“Koester geen afgunst tegenover elkaar.”4
Het is daarom ook verboden om te handelen naar gevoelens van jaloezie. Denk aan het actief naar beneden proberen te halen van iemand middels daden als roddelen, laster of smaad. Hoeveel families zijn wel niet kapotgegaan vanwege afgunst naar elkaar? Hoeveel vriendschappen zijn veranderd in vijandschappen naar aanleiding van afgunst? Hoeveel islamitische projecten zijn er wel niet stil komen te liggen vanwege jaloezie? Hoe vaak is het voorgekomen dat iemand een ander – die iets goeds onderneemt – probeert te dwarsbomen puur vanwege al-hasad?
Verdeling van Allah
Het is bij iedere moslim welbekend dat Allah ar-Razzaaq, de Voorziener, is. Dit betekent dat Allah de voorziening van elk schepsel heeft bepaald. Allah zegt:
“Wij hebben hun levensonderhoud tussen hen verdeeld in het wereldse leven.”5
Dus het is Allah die de één rijkdom heeft gegeven en de ander armoede, de één kracht en welzijn en de ander zwakte en ziekte. Dit gebeurt allemaal met de Kennis en Wijsheid van Allah. Laten we, nu we dit basisprincipe kennen, even een stapje terugzetten om te zien wat er eigenlijk aan de hand is op het moment dat iemand hasad heeft. De haasid die heeft dus eigenlijk bezwaar tegen hoe Allah de voorzieningen heeft verdeeld. Allah heeft iemand rijk gemaakt, maar de haasid is het daar niet mee eens en wenst dat het van diegene wordt weggenomen en aan hem of haar gegeven wordt. Dit is hasad als je er dieper naar kijkt. Allah zegt:
“En verlang niet naar datgene waarmee Allah sommigen van jullie boven anderen heeft bevoorrecht.”6
Goede hasad
Al-Hasad is dus in essentie een verwerpelijke eigenschap. Toch is er iets wat positieve jaloezie heet, in het Arabisch: al-ghibtah. Dit houdt in dat je iets goeds ziet bij iemand, wat je ook voor jezelf wenst, zonder dat je wil dat het van diegene wordt afgenomen. Hierop wordt gedoeld door de Profeet, sallallaahu ‘alayhi wa sallam, in de volgende overlevering:
“Er is geen hasad, behalve bij twee zaken: een man die van Allah rijkdom heeft gekregen waarop hij die uitgeeft op de waarheid en een man die van Allah wijsheid heeft gekregen waarmee hij oordeelt en die hij onderwijst.”7
Deze verkoelende woorden van de Profeet, sallallaahu ‘alayhi wa sallam, laten zien dat al die wereldse rijkdommen en posities het überhaupt niet waard zijn om iemand over te benijden. Hij legt de focus op de zaken die er echt toe doen, namelijk daden die je dichter bij Allah brengen. Daden die jouw eeuwige hiernamaals mooier maken.
Volledig geloof
Om af te sluiten is het belangrijk te benoemen dat niemands geloof volledig is, totdat hij voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst. De Profeet, sallallaahu ‘alayhi wa sallam, heeft gezegd:
“Niemand van jullie gelooft, totdat hij voor zijn broeder liefheeft wat hij voor zichzelf liefheeft.”8
Het is daarom van belang bewust te zijn van gevoelens van afgunst en je hart hiervan te zuiveren. Zie je iets waardoor je afgunst voelt opkomen? Besef dan dat Allah, met Zijn Kennis en Wijsheid, Degene is Die de desbetreffende persoon heeft begunstigd en voel daar rust bij. Weet dat jouw geloof pas volledig is als je juist liefhebt dat jouw broeder of zuster iets goeds is overkomen. Verricht een heel simpele smeekbede voor diegene en zeg:
“Allahumma zid wa baarik (O Allah vermeerder en zegen het).”9
De Engelen zullen dan ook du’aa` voor jou doen. Hiermee haal je de negatieve gevoelens bij jezelf weg. En weet, wanneer je afgunst niet onderdrukt als het opkomt, maar daarnaar handelt, dat Iblies jou daarin is voorgegaan. Moge Allah onze harten en zielen zuiveren.