Op 22 november werd Nederland opgeschrikt door de grote winst van de PVV. Geert Wilders, de wereldwijde inspiratiebron voor radicaal rechtse politici, opiniemakers1 en terroristen,2 zal nu hoogstwaarschijnlijk premier worden van Nederland. In deze verklaring volgt een duiding van de situatie door de redactie van Daliel, met daarin als centrale vraagstukken: wat betekent dit voor de Nederlandse moslimgemeenschap en hoe zouden we hierop moeten reageren?
In de afgelopen dagen hebben Nederlandse moslims op uiteenlopende manieren gereageerd op de winst van Geert Wilders. Waar velen terecht hun afschuw kenbaar maakten en blijk gaven van een realistische dosis zorgen voor wat een toekomst onder ‘premier’ Wilders zou kunnen brengen, reageerden ook veel moslims nonchalant op de verkiezingsuitslag. Of het nou was uit pure onwetendheid, of dat dit een soort copingmechanisme is geweest waarmee ze zichzelf en elkaar gerust probeerden te stellen, was niet altijd even duidelijk. Maar het gevolg was de verspreiding van allerlei pseudo-wijsheden waarin werd gesteld dat Wilders ‘toch nooit in staat’ zou zijn om zijn anti-islamitische plannen erdoorheen te krijgen omdat hij daarvoor teveel concessies zou moeten doen, omdat andere partijen dat niet zouden toestaan of omdat de Grondwet ons wel zou beschermen.
Lees ook een van onze eerdere publicaties, over de vraag in hoeverre een blind vertrouwen in de beschermende werking van democratische instituties als de Grondwet terecht is: Beschermt de rechtsstaat de moslimminderheid? – Daliel
Dergelijke duidingen van de huidige situatie, getuigen niet alleen van een gebrek aan politieke kennis van de afgelopen drieëntwintig jaar, maar ook van een gebrekkig inzicht in het huidige politieke landschap. Want wie beweert dat het Wilders ‘niet zal lukken’ zijn extreem rechtse politiek door te voeren, ziet over het hoofd dat hij daar al minstens zeventien jaar lang (!) succesvol mee bezig is. Zijn grote electorale successen maakten dat andere partijen, waaronder zélfs de bij veel moslims alom geliefde PvdA, in hun houding naar de islam en moslims een ruk naar rechts maakten. Zo werden bij de VVD begrippen als het liberalisme, steeds duidelijker gedefinieerd als een niet-islamitisch ‘manier van leven’, waardoor er keihard beleid werd gevoerd tegen islamitisch Nederland. Andere partijen als de PvdA en het CDA gingen daarin mee en omarmden de anti-islamitische retoriek, waardoor ze in hun stemgedrag steeds vaker beleid ondersteunden waar moslims de dupe van waren. Over het hele politieke spectrum, werd het idee van ‘goed burgerschap’ (of dat nou socialistisch of liberaal moest zijn), afgezet tegen ‘ongewenst’ islamitisch burgerschap.
De gevolgen van deze pogingen om de kiezer bij Wilders weg te trekken ten koste van hun eigen moreel kompas, hebben we duidelijk gevoeld: in de afgelopen twee decennia was er sprake van een structurele institutionele verdachtmaking en dehumanisering van moslims, met tal van ongrondwettelijke en repressieve maatregelen als gevolg. En ook toen konden ‘democratische instituties’ als de Raad van State, daar niet veel tegen doen. Moslims moesten en zouden in de gaten gehouden worden en een beschavingsoffensief ondergaan.
Islamhaat is dus wat de PVV en iedere politicus in haar harde kern, belichaamt. Haar hele bestaansrecht is het bestrijden van de islam. De beloftes Nederland terug te zullen brengen naar een nostalgisch verleden dat nooit heeft bestaan, is daarbij altijd een middel geweest om haar eigenlijke doel te verwezenlijken. Dat Wilders concessies zal moeten doen om te kunnen regeren, klopt. Maar in zijn zoektocht naar rechtse bondgenoten, zal duidelijk worden dat het vooral niet-islamgerelateerde onderwerpen zijn, waar andere partijen hun mening in willen doordrukken. Zo heeft de BBB al laten weten dat ze willen samenwerken, maar dat de PVV dan hun ‘zielige-dieren-beleid’ zou moeten opgeven3 en van de VVD is te verwachten dat ze van de PVV zal eisen minder links te zijn waar het economische beloftes aan het volk betreft. En zo zal iedere partij haar eis hebben, maar de eindstand zal zijn, dat vooral het enorme anti-islam-beleid van het partijprogramma van de PVV, in grote lijnen overeind blijft. Of dat nou met of zonder de eerder benoemde ‘scherpe kantjes’ zal zijn, doet er dan niet zoveel toe. Want partijen als de VVD en de BBB, hebben nou eenmaal minder moeite met dat soort maatregelen – ook zij vinden de islam maar achterlijk, zelfs gevaarlijk, en niet horen bij Nederland. Of in het allerbeste geval zal het ze gewoonweg niets kunnen schelen, dat één miljoen moslims als tweederangsburgers worden behandeld en worden ontzegd van hun grondrechten.
Kortom: er staat ons niet veel goeds te wachten.
Wat nu te doen?
Voor de Nederlandse moslims moet dit een periode zijn van waakzaamheid. Iedere moslim dient in te zien dat de tijd van individualistisch achterover leunen en ‘je leven leiden’ nu definitief voorbij zou moeten zijn. Ook moeten we ons er actief van bewust zijn dat er zoiets bestaat als een gemeenschappelijke verplichting (fard kifaayah) om de islam, zijn faciliterende instituties en zijn volgelingen te beschermen. Dat betekent dat zolang daar geen sprake van is en die gemeenschappelijke verplichting dus nog niet (voldoende) is vervuld, het een individuele verplichting (fard ‘ayn) voor iedere moslim is om zich actief bezig te houden met het verdedigen van de islam. Het betekent dat de moslims zich elkaars leed moeten aantrekken en niet moeten blijven staren naar hun individuele privileges. Ook betekent het dat ze zich niet mogen laten misleiden door een eventuele ‘vluchtroute’ die ze zouden hebben naar een ander land. Dít is ons land en hier hebben wij een collectieve verplichting jegens de islamitische gemeenschap waar we onderdeel van zijn. Zeker nu, in het komende Wilders-tijdperk, is het faciliteren en beschermen van de islam dus géén kwestie meer van ‘vrijwilligerswerk’. Iedereen dient verplicht naar de tafel te brengen wat hij of zij kan: of dat nou gaat om kennis en expertise, om geld of om sociaal kapitaal.
Dit kan door het actief steunen van islamitische initiatieven en instituten, maar ook door het opzetten van nieuwe initiatieven die deze instituten en de rechten van individuele moslims kunnen beschermen. Het kan door initiatieven op te zetten waarmee de groei van de islam kan worden verwezenlijkt, waarmee moslims bewuster met de islam omgaan of waarmee actief gewerkt wordt aan het verminderen van de vijandelijkheid naar de islam en het bevorderen van onderlinge saamhorigheid in de samenleving. Het kan door jezelf en anderen actief in te werken in de maatschappij, door het bekleden van belangrijke posities. En het kan door samenwerkingsverbanden en bondgenootschappen te sluiten met de vele Nederlanders die het niet met de anti-islamitische maatregelen van het toekomstige kabinet eens zullen zijn.
Wel is het bij al deze initiatieven belangrijk om, vooral in tijden als deze, te leren van onze voorgaande fouten. Daarom dient iedere moslim die zich actief inzet voor een van deze zaken, daarbij nooit zijn of haar eigen waardigheid te verliezen door concessies te doen in waar hij of zij voor staat en in gelooft. In eerdere jaren hebben we immers gezien, dat anderen niet bereid zijn om hun eigen standpunten opzij te zetten.
Terwijl we dat doen, is het ook belangrijk om geduld met elkaar te hebben, zowel binnen islamitische organisaties, als tussen die initiatieven onderling. Shaitaan zal altijd op de loer liggen om kleine problemen te vergroten in de ogen van zij die goed willen doen. Geduld en doorzettingsvermogen is daarom van levensbelang. Het is belangrijk om juist nú de eenheid te bewaren en vooral niet de pijlen op elkaar te richten. Dit gaat niet alleen over openlijke vijandigheden, maar vooral ook over het koesteren van onderlinge wrok, jaloezie of de drang naar het dienen van eigenbelang of dat van de eigen organisatie. Het collectief gaat boven het individu, de Oemmah gaat boven je eigen organisatie!
Met moeilijkheden komt gemak
Er staan ons moeilijke tijden te wachten, maar dat ontmoedigt de gelovigen niet om te staan waar zij voor staan. Het maakt ons alleen maar sterker in ons geloof en geeft ons alles wat nodig is om standvastig te blijven en om ons meer vast te houden aan onze identiteit. De tijden die komen gaan kunnen ons ook nieuwe kansen bieden die we zeker niet moeten laten schieten. Het kan een tijd worden die, indien we die goed benutten en goed inspelen op de komende uitdagingen, kan zorgen voor een volwassenere, sterkere, professionelere en grotere Nederlandse moslimgemeenschap.
Dit is een tijd om een nieuwe versie van onszelf als moslims te ontdekken en om ons in te zetten voor een betere toekomst. En het zou zomaar zo kunnen zijn, dat de inzet die je in deze nieuwe tijd hebt getoond en die jou voor de rest van je leven zal vormgeven, uiteindelijk jouw deur zal zijn naar waar we het allemaal voor doen: de Genade van onze Heer ﷻ en Zijn belofte in het Hiernamaals.
Voetnoten
- Lees ook: Lars Erik Berntzen, ‘Liberal Roots of Far Right Activism. Anti-Islamic Movement in the 21st Century’ (Routledge – Londen, 2020). ↗️
- Breivik lijkt Wilders te bewonderen – NRC ↗️
- BBB wil best met PVV, maar dan wel zonder dat zielige-dieren-beleid: ‘Dat is echt puur emotie’ – NRC ↗️