Profeet Moesaa (‘alayhi assalaam) leidde het hele volk van Banoe Israa`iel door de dorre woestijn, zoekend naar de beste vluchtroute. Het volk bestond grotendeels uit kinderen, vrouwen en bejaarden, waardoor de massa zich maar langzaam voortbewoog. Érg langzaam, vooral in vergelijking met het Egyptische leger waardoor ze werden achtervolgd.
De wrede soldaten van de farao vormden een van de machtigste legers van die tijd. De verhouding was buitengewoon scheef en de brute, goed uitgeruste troepen raasden in volle vaart richting het machteloze, vluchtende volk! En ineens stonden profeet Moesaa en zijn volk aan de rand van de zee. De weg liep dood. Doodsangst en wanhoop overmeesterden de zwakke zielen; voor hen lag de zee, achter hen naderde het wrede leger. De spanningen liepen nog eens op toen het stof in de verte hoog de hemel in rees en het leger achter de woestijnheuvels tevoorschijn kwam. Alles wees erop dat het volk verdoemd was.
Ondanks dat Allah hen veel wonderen had laten aanschouwen en ze met eigen ogen hadden meegemaakt dat Allah tot alles in staat is (dus ook tot het redden van een menigte vluchtelingen van het Egyptische leger), verloren velen van hen het vertrouwen in Allah de Verhevene en Zijn belofte. En dat terwijl Hij de Profeet Moesaa juist had gestuurd om hen te redden en om hen een hoge status te geven.
De mensen begonnen te klagen… Alsmaar klagen! Zij begonnen de Profeet dingen te verwijten totdat hij een einde maakte aan hun geklaag en de beslissende woorden sprak: “Welnee, voorwaar, Allah is met mij, en Hij zal mij leiden.”
Allah redde Zijn Profeet op de manier die Hij verkoos en op het moment dat Hij verkoos. Door Zijn Barmhartigheid heeft Hij het volk van Banoe Israa`iel meegenomen in Zijn genade en heeft Hij hen gered en rekende af met de farao. Aan de macht van de Almachtige kon het gigantische leger niet ontsnappen. En zowel de Banoe Israa`iel als wijzelf, dienen te allen tijde te beseffen dat het beschamend is om het vertrouwen in de Schepper en Zijn macht te verliezen in moeilijke tijden. Die les en die dag gingen de geschiedenis in en werden generatie op generatie herdacht als de dag van ‘Aashoeraa.
Allah is met mij, Allah is met ons?
De dag van ‘Aashoeraa herinnert ons aan de hoop die Allah doet ontstaan uit wanhoop. Het is de redding die tevoorschijn komt in tijden van radeloosheid, net als wanneer zachte, groene bladeren de harde, droge en ‘dode’ zaadjes doorbreken om er doorheen te groeien. De dag van ‘Aashoeraa bewijst dat de redding van Allah altijd nabij is, maar dat deze soms wordt vertraagd door ons ongeduld, of omdat we klagen en dreigen op te geven. Allah neemt nooit zomaar afstand van iemand zolang deze persoon zelf geen afstand neemt van zijn enige mogelijke redder, Allah.
Achter de woorden van Profeet Moesaa (‘alayhi assalaam) gaat ook een diepere betekenis schuil. Dat komt naar voren wanneer je ze vergelijkt met de woorden van Profeet Mohammed (sallallaahu ‘alayhi wa sallam) tijdens de hidjrah (migratie). De Profeet Moesaa zei tegen Banoe Israa`iel: “Welnee, voorwaar, Allah is met mij, en Hij zal mij leiden.” Dit terwijl Profeet Mohammed zei tegen zijn metgezel Aboe Bakr, toen deze zich zorgen maakte over de Profeet: “Treur niet, voorwaar, Allah is met ons.”
De houding van Banoe Israa`iel heb ik zojuist omschreven. De houding van Aboe Bakr daarentegen, was die van iemand die zaken opofferde voor Allah en Zijn Boodschapper. Hij maakte zich geen zorgen over zichzelf, maar over de Boodschapper en zijn boodschap, waardoor tot de dag van vandaag in de Koran wordt bevestigd dat Aboe Bakr de nabijheid van Allah verdiende: “Allah is met ons.” Wat een voortreffelijke eer die niet te evenaren is wanneer Allah letterlijk bevestigt dat Hij met jou is!
Allah is met jou zolang Hij aanwezig is in jouw hart en in jouw leven; in jouw hart in de vorm van jouw liefde en loyaliteit en in jouw leven in de vorm van jouw gehoorzaamheid en het waken over Zijn voorschriften. Profeet Mohammed (sallallaahu ‘alayhi wa sallam) zei: “Waak over (de voorschriften van) Allah en Hij zal over jou waken.”1
De grote dag van ‘Aashoeraa is een dag die hoop geeft maar ook de formule van succes duidelijk maakt. Wij leren van ons geloof om belangrijke dagen en gelegenheden te gebruiken als reflectie- en leermomenten om dichterbij Allah te komen en niet om te gebruiken voor vermaak en voor het vieren van feesten. De Profeet werd gevraagd waarom hij op maandagen vastte, waarop hij antwoordde: “Op deze dag ben ik geboren”.2 Hij gebruikte deze dag om extra aanbiddingen te verrichten en niet om het te vieren. De Profeet beval de metgezellen de dag van ‘Aashoeraa te vasten omdat het de dag is waarop Allah de Profeet Moesaa heeft gered. ‘Aashoeraa is een dag van extra aanbiddingen en een moment om stil te staan bij de lering(en) van deze dag, zodat wij onze harten koppelen aan de Heer der werelden en beseffen dat Hij onze enige redder is en dat het enige echte succes, (dicht) bij Hem te vinden is.